Mijn ogen zijn gesloten, maar ik hoor in de verte het meisje al aankomen. Ze heeft er zin in. Ik hoor haar druk babbelen en grapjes maken. Uit het niets springt ze boven op me. Ik moet daarom wel mijn ogen opendoen. Ik knipper een paar keer tegen de zon. Zodat de contouren van haar gezichtje tegen de achtergrond zich aftekenen. Ze heeft het naar haar zin. Ik zie het aan de twinkeling in haar ogen. De onbezorgde lach, die ik in geen maanden gehoord heb, klinkt nu als muziek in de oren.
Ze is ontspannen en daardoor een hele andere Noes... Míjn Noes. Zoals ik haar ken en die ik zo gemist heb. Ik voel de warmte van de zon, ik ruik de zee en voor mij zie ik GOUD!
Ze is ontspannen en daardoor een hele andere Noes... Míjn Noes. Zoals ik haar ken en die ik zo gemist heb. Ik voel de warmte van de zon, ik ruik de zee en voor mij zie ik GOUD!