zaterdag 23 november 2013

Wie kent 'm niet?!

Het blijft zo leuk: Sinterklaas! Hier in huis word het door de kinderen ervaren als één groot feest. Spannend en vermakelijk tegelijkertijd. Onderling zijn de speculaties aanzienlijk en de vraag blijft: Bestaat hij nu echt of is het een verzinsel?!... En alles wat er tussenin zit wordt voor zoete koek aangenomen.
Het doet er eigenlijk ook niet toe. Ook ik word vrolijk van dit festijn!

vrijdag 15 november 2013

donderdag 14 november 2013

Blij blij blij

Jij en ik
 
heel vroeg in de morgen
geen auto's op de weg
alleen jij met je mooie fiets
verder niets
jij en ik
en je lieveheersbeestjes fiets
ik en jij
blij blij blij
 
met jou op je fiets!
 
 
♥♥♥ 
 
 Lieve Noes,
 
Het is Augustus als wij samen het revalidatiecentrum binnenstappen. Weer een andere, nieuwe wereld. En voor ons beide is het spannend. De drempel was onmetelijk hoog, hoe rolstoelvriendelijk het daar ook is.
Inmiddels hebben wij samen hier vele stapjes binnengezet. Om te oefenen, om te praten, om te meten en om te beslissen. Tranen hebben er gevloeid, we hebben gelachen, wij zijn boos geweest en we hebben ons letterlijk in het zweet gewerkt.
 
Moe ben ik van het oefenen, het motiveren en de frustratie van het niet lukken.
Maar ik ben nog Blijer! Blij met jouw stralende gezichtje, blij met de overwinning en blij omdat jíj blij bent.
 

Ik hoef niet te schrijven dat ik ontzettend trots ben dat je gisteren je eerste 10, 20... ja zelfs 30 meter zelfstandig fietsend aflegde.
Samen gaan we voor meer... de 1800 meter... Op naar een echt fietspad richting school!

xx mama

maandag 4 november 2013

Een verknipte maandag

 
Maandagochtend, kwart voor zeven is het als dochterlief mij een goede morgen wenst.
Heel even denk ik nog dat ik slaap. Maar na nog een keer knipperen met mijn ogen moet ik het toch echt geloven: Mijn dochter heeft 'kappertje' gespeeld. En niet zomaar gespeeld... Maar real-life uitgevoerd.
Een gehavend koppie met haar lacht mij op deze maandagochtend toe.

 
Boos of toch lachen strijden het hardst om voorrang. Uiteindelijk besluit ik om Noes met haar eigen gedrag te confronteren. Geduldig til ik haar op en laat haar haar eigen kunstwerk in de spiegel zien. Ik leg nog kalmer uit dat het met haar trage haargroei minstens een jaar kost om weer te zorgen dat haar haar weer een beetje op lengte is.
"als ik zes jaar oud ben?" Is haar vraag op mijn antwoord op haar gedrag. Ik probeer Noes duidelijk te maken dat zes jaar al over acht weken is en dat ze meer aan zeven jaar moet denken.

Blij klaart haar gezichtje op. Een stralende glimlach breekt door. "O...", antwoord Noes, "Dus als ik acht jaar ben, is mijn haar écht lang!".

 
Ik schud mijn hoofd en zet Noes weer op de grond. Van zo'n relativerend vermogen kan zelfs ík nog iets leren.
En zoals onlangs iemand terecht opmerkte: In huize Janse is het nooit saai!